Blog 14: vrijdag 5 en zaterdag 6 augustus

Vijf landen, vier treinen, drie verslaggevers, twee dagen en één busje…

Dat is een redelijk beknopte en overzichtelijke titel voor wat misschien wel de meest chaotische en lange blog ooit gaat worden. Afgelopen twee dagen is Ichtus namelijk terug naar huis gereisd en zowel vanuit de treingroep als vanuit het busje is er een uitgebreid verslag van alle avonturen vastgelegd, geschreven door Sijmen en Femke (team trein) en Jorn (team bus). Aan mij als eindredacteur van deze blog de schone taak om dit samen te voegen tot één samenhangend verhaal…

In de vroege uurtjes op vrijdagochtend ontwaakten de eerste Ichtusleden. Dit waren Harm-Jan, Jorn, Esther, David en William. Deze kanjers zouden om 6 uur met de bus vertrekken richting huis. Om hen te bemoedigen stond ook de rest van de groep rond 6 uur op. Blijkbaar is de Roemeense mentaliteit echter aanstekelijk. De busreis die om 6 uur zou beginnen, begon uiteindelijk om 6:30. Gelukkig liepen we later tijdens de reis een uur in door het tijdsverschil, dus zijn we eigenlijk om 5:30 vertrokken, wat dan weer ruim op tijd is.

Nadat de groepsfoto met zonsopkomst gemaakt werd, reed chauffeur William de Mercedes het terrein van Nelu af voor de eerste etappe van de tocht. Dit gedeelte ging vooral over het Roemeens / Hongaarse equivalent van onze N-wegen. Het meest opvallende van deze wegen was dat het overduidelijk was waar de EU voor betaald had en waar niet. Niet alleen stond er af en toe een groot bord, maar ook het ontbreken van de karakteristieke gaten gaf dit weg. Bepaalde gedeeltes waren met vlagen hobbelig tot zeer hobbelig, de betaalde gedeeltes waren juist glad. U begrijpt dat zo’n weg alleen al voor veel opschudding zorgt. Iedereen had er wel iets over te zeggen, behalve David. Die lag gewoon te pitten, een terugkerend thema deze reis. Dit was ook ongeveer het moment dat ik (Jorn) er zeer enthousiast een beetje sfeer in begon te brengen (lees: het moment dat ik zeer irritant werd), ook een terugkerend thema.

Nadat de bus vertrokken was, kon de rest van groep die nog in Cihei was ontbijten, lunchpakketten maken, corvee doen en hopen dat het vervoer op tijd zou arriveren. En zo waar, het eerste vervoersmiddel arriveerde echt op tijd! En dan bedoelen niet de Roemeense tijd of de Ichtustijden, maar gewoon de Nederlandse tijden! De wonderen zijn de wereld nog niet uit.

Het vervoersmiddel waarmee de eerste lichting naar het station in Oradea ging, was een super modern busje met een zeer goed functionerende deur. Dit houdt in dat vier mensen op de achterbank zo dicht op elkaar zaten dat ze geen gordel om hoefden/konden. Daarnaast zat Natalie bijna veilig, want de schuifdeur van het busje moest even een corrigerend tikje krijgen om goed te sluiten. Gelukkig is zij niet uit het busje gevlogen tijdens de rit. De laatste groep moest wachten op ander vervoer en kon alle corveetaken afmaken. Het huis werd met bezemen gekeerd en gedweild. Alles zag er weer strak uit na dit schoonmaakmoment. Wederom arriveerde ook het tweede vervoersmiddel precies op tijd (lees: te vroeg ?). Ondertussen kreeg de eerste groep in het gammele busje koffie en chocomelk van de aardige chauffeur.

Netjes op tijd waren alle veertien Ichtusleden op het station in Oradea. Nelu liep met ons mee naar het juiste perron. Toen de trein eraan kwam namen we afscheid van deze fantastische man. Geheel volgens dienstregeling vertrokken we naar Wenen. De trein waarin we zaten had luxe stoelen in de first class. Gelukkig voor ons zaten wij in deze lekkere stoelen. Verstelbaar en genoeg beenruimte voor Sijmen. Wat wil een mens nog meer? Om deze vraag te beantwoorden, moesten we alleen maar even 10 uur in een veel te warme trein te zitten: airco! Terwijl de treingroep langzaam aan de stoelen in de trein vast smolt en door de hitte elke drie seconden een hersencel voelde afsterven en een liter levenslust verloor, beleefden de mensen in het busje zo hun eigen avonturen. Hiervoor schakelen we weer over naar het zeer levendige verslag van Jorn.

Al snel kwamen we bij de Roemeens-Hongaarse grens. Niet de enige grens die we vandaag over gingen en ook niet de enige keer dat we ons paspoort nodig hadden. Toch was het heel soepel om de grens over te gaan. Esther had nog snoepwormen bij zich, maar die waren dit keer niet nodig. Onze tocht door Hongarije verliep voorspoedig en er is eigenlijk vrij weinig over te vermelden. We hielden Budapest aan tot Wenen op de borden stond. Ergens halverwege wisselden we van chauffeur, daar kreeg ik de taak om te rijden. Ik reed ons voorbij Budapest en daar nam William het stuur weer over. Tegen de middag reden we Oostenrijk binnen, dus voor de treingroep goed en wel in Hongarije was, waren wij er alweer uit. Hetgeen wat mij er het meest van is bijgebleven, is dat het een prachtig land is waar ik nog een keer naar terug moet.

Ook Oostenrijk is prachtig, maar dat weet u waarschijnlijk al. Bij de grensovergang was er een kleine controle. Hier mochten wij direct doorrijden dus het kostte ons bijna geen tijd. Net voor Wenen werd er weer gewisseld, dus ik mocht langs beide hoofdsteden van het Oostenrijks-Hongaarse rijk rijden. Ook hier vervolgde onze reis zich voorspoedig. Ik begon me te ontpoppen tot reisleider, waarbij ik iedereen erop wees als er een mooi uitzicht was of wanneer we een van de vele rivieren passeerden. Een zware maar nobele taak in een auto met ongeïnteresseerde jongelui.

En toen kwam de Duitse grens. We waren er nog maar net voorbij en het begon al met langzaam rijdend verkeer. Hoewel wij nog goedgehumeurd waren, hadden we toen misschien al kunnen weten dat dit niet voor altijd zo zou blijven. Hadden we het kunnen weten? Hadden we het moeten weten? Ik weet het niet. Wat ik wel weet, is dat we het snel zouden weten. Waar wij als naïeve jongeren (Harm-Jan included) Duitsland binnen reden, daar kwamen we er heel wat wijzer uit. Het was kort na de grens dat ons een onaangename verassing wachtte. Het was namelijk geen gewone file waar wij in terecht kwamen. Nee, het was een grenscontrole. Een Duitse grenscontrole. Een aantal zwaar bewapende mannen stond ons op te wachten. Natuurlijk, er waren er ook anderen die de grens overgingen, maar ik wist zeker dat ze daar voor ons stonden. Hoe kon het anders? Dachten wij echt dat er toevallig op het moment dat wij de grens overgingen een controle was? En het leek zo voorspoedig te gaan, het leek haast net alsof wij ongezien de grens konden passeren. De mensen voor ons mochten gewoon doorrijden, dan wij toch ook?

Maar er was iets dat ik over het hoofd had gezien. In ieder verhaal wordt de held gekweld door die ene onvoorziene situatie. Er is altijd die ene, die gene, de Femme Fatale. De vrouw die iets doet met je wat je niet verwacht, die ervoor zorgt dat je ergens komt waar je geen uitweg meer ziet. En ook in dit verhaal begonnen de problemen met het verschijnen van een hoogblonde vrouw. Zwarte zonnebril op, wapen op de rechterheup, strenge blik op het gezicht. Ik lachte nog op mijn liefst, maar het mocht niet baten. Met een simpele handwuiving gooide ze mijn volledige hebben en houwen op straat. Alle hoop die nog in mijn jonge hart leefde versplinterde in dat enkele moment. We moesten naar rechts voor een controle. Langzaam reden we daar de parkeerplaats op, hart kloppend in de keel, zweet in de handen. Het grommen van de motor was het enige dat de doodse stilte in de bus nog verstomde. We draaiden nog maar net de bocht door en we werden al geconfronteerd met een van onze ergste nachtmerries deze afgelopen dagen. Een witte boog versperde onze horizon, een boogkas doemde voor ons op en wachtte op onze onvermijdelijke aankomst. Niet alleen werden wij tegengewerkt door de Femme Fatale maar ook door onze Nemesis, onze eeuwige rivaal. Met moeite dachten wij het concept boogtent overwonnen te hebben, wat waren wij dom. Een met plastic overtrokken metalen frame, de bron van onze ergernis de laatste dagen, slokte ons met bus en al op. Het werd stil. “Motor aus!” galmde het en het werd nog stiller. Opnieuw verscheen er een bewapende blonde Duitser, een man ditmaal. Hij had een compagnon, beide waren gezonnebrild. Ze keken boos, wij bevroren en we deden niks. Wat doet men in zo’n moment? Hoewel ik voor de vorm een keer slikte was mijn mond kurkdroog. Ik dacht aan de snoepwormen die we voor deze situatie hadden meegenomen, maar ieder plan sterft bij de uitvoering. We waren verloren en we wisten het. In doodsangst dachten we aan ons jonge leven, de fouten die we gemaakt hadden, de keren dat we geen sorry hadden gezegd, onze laatste zoen naar onze moeder. We telden de dagen en raakten te snel uitgeteld.

De spanning liep hoog op, maar er was één man die zijn hoofd koel hield: onze reisleider. Waar hadden we zonder hem gezeten? In vloeiend Duits praatte hij op de mannen in. Hij zei dingen als: “Aber natürlich kann du mein passport haben.” en “Hier sind der auto papieren.” Dat leek te werken en de mannen verslapten. Ik weet niet hoe de reisleider het deed, maar wat een onvermijdelijk einde leek, begon te lijken op nieuw een begin. Een ster begon te schijnen in het donker. Vrijheid begon te lonken als een lokkende fluister. Na enige tijd heen en weer gelopen te hebben gaven de mannen onze paspoorten terug. Eerst één, maar beetje bij beetje allemaal. We mochten gaan, we waren weer vrij. We konden onze weg vervolgen, eindelijk. Onze weg werd nog 30 seconden versperd door een vrachtwagen waar ik zeer geduldig op wachtte. We reden door en zonder enige problemen kwamen we aan in Regensburg, waar we zouden overnachten.

Maar hoe verging het de mensen in de trein in de tussentijd? Geheel oververhit kwamen we rond etenstijd in Wenen aan. We waren het moment waarop we vastgeplakt zaten al lang voorbij: we gleden zowat de trein uit, met zere billetjes van de lange zit. Tijd om te eten! Waar kun je beter eten scoren als je 40 minuten overstaptijd hebt dan bij de Mac? Marieke coördineerde de snelste McDonalds groepsbestelling ooit en met onze buit binnen liepen we terug naar het perron van onze volgende trein. Deze trein had ongeveer 20 minuten vertraging, dus hadden we genoeg tijd om ons diner soldaat te maken.

Ondertussen was de bus met de vijf helden gearriveerd in Regensburg voor hun overnachting. Terwijl de oververhitte treingroep op de tegels van het snikhete perron frietjes zat te eten omdat alle bankjes bezet waren, werden zij nog verder gefolterd door de groep uit het busje, die een foto van overheerlijke Kroatische vleesschotels doorstuurde, die werden genuttigd op een gemoedelijk terrasje in Regensburg. Ze namen het ervan en hadden genoeg gedaan voor die dag. Over die avond hebben zij nog het volgende te melden: David versloeg William in een pittig potje Catan en Esther kon na twee weken eindelijk normaal douchen.

Waar de avonturen van team busje voor die dag eindigden, moesten die van team trein nog beginnen. De trein naar München vertrok met zo’n 20 minuten vertraging vanaf Wenen en had wel airco!!! In deze trein werden we echter geconfronteerd met een nieuw probleem. We hadden om te beginnen namelijk maar 20 minuten overstaptijd op München om de nachttrein te halen (wat al praktisch onmogelijk was door de eerdere vertraging), maar tot overmaat van ramp was er bij het laatste station voor München een onverwachte politiecontrole waardoor we de aankomsttijd langzaam steeds verder op zagen lopen. Op dat moment waren we te gestrest (en naïef?) om erbij stil te staan, maar na het verslag van team busje is ook team trein ervan overtuigd dat de Duitse politie het die dag specifiek op onze groep gemunt had. De conducteur van onze trein heeft geprobeerd om het hele Duitse spoorwegennet voor ons om te gooien, maar toen we drie kwartier later dan gepland aankwamen in München, was de nachttrein zonder ons vertrokken.

Voor wie nu denkt dat het verhaal van team trein eindigt op een inmiddels koud en nat station ergens onderin Duitsland, moeten we toch nog even terug naar de Duitse conducteur. Want waar er in ieder verhaal een Femme Fatale is, is er ook die onverwachte en onwaarschijnlijke held die ineens opduikt vanuit de coulissen. De conducteur had voor ons geregeld dat we met de ICE vanaf München naar Neurenberg konden gaan, zodat we vanaf Neurenberg alsnog in de nachttrein konden stappen. De ICE zou in München tot 23.30 op ons wachten, wat betekende dat we met 14 Ichtusleden en alle bagage een massasprint in hebben gezet waar nog jaren over gesproken zou worden als het gefilmd zou zijn. Deze glorieuze triomftocht eindigde precies op tijd op de grond naast de dichte bistro in de ICE (sorry voor de medereizigers die dachten dat de bistro ineens geopend was om middernacht, maar die in plaats van een lekkere kop koffie en gezelligheid een groep gekookte, doorweekte, doodvermoeide, gestreste Ichtusleden op hun dak kregen die al bijna 18 uur aan het reizen waren).

Na 1 uur en 10 minuten heen en weer geslingerd te zijn, kwamen we aan op het idyllische station van Neurenberg (lees: een oud stinkend station met veel te veel herrie voor 1 uur ’s nachts). Daar moesten we een uur doorbrengen, voordat we de nightjet onveilig konden gaan maken. Een deel van de groep ging een rondje over ‘het meest gare station waar ik ooit geweest ben’ maken, aldus Matthijn. Anderen gingen onderuitgezakt op een bankje naar de klok zitten staren om vervolgens te concluderen dat de tijd echt niet sneller gaat als je mega moe en chagrijnig naar de wijzers blijft kijken.

Plots kwam er ook een man langs het bankje lopen die vroeg waar we vandaan kwamen. Waar hij vandaan kwam, was zeer duidelijk, want hij was redelijk ver aangeschoten en had een lege halve-liter bierpul in zin handen. Ik kan u zeggen dat je na een hele lange dag van reizen in een veel te warme trein en een gemiste overstap midden in de nacht niet echt zit te wachten op een dronken persoon om je heen. Collectief besloten we om deze man geen aandacht te geven. De conclusie van de man was dat wij uit ‘Ignoria’ kwamen, omdat we deze man gewoon met z’n allen compleet negeerden, waarna een toevallige passant besloot dat deze man lang genoeg bij ons had rondgehangen en hem aan een arm meenam.

Rond 01:40 vertrokken we dan toch echt met de nightjet richting Utrecht CS! Al vrij snel lag iedereen in de veel te kleine stapelbedden (ja, zelfs Femke lag met haar voeten helemaal tegen de achterkant aan!). Deze bedden waren ook zeer stevig (ahum). Tijdens de treinrit hebben we af en toe het gevoel gehad dat de bovenste bedden naar beneden zouden komen denderen, omdat ze aan alle kanten kraakten en bewogen. Na een in vele opzichten bewogen nacht stonden we om 8 uur ’s ochtends ineens stil net boven Duisburg vanwege een technische storing. Nadat de batterij van de trein gereset was, reden we weer op halve snelheid verder en passeerden we kort daarna de Nederlandse grens!

Met zo’n drie kwartier vertraging kwamen we rond half 11 aan op het zeer geliefde en vertrouwde Utrecht CS. De laatste uitdaging van de reis was om met zijn allen door de poortjes te komen. In slechts twee etappes stonden we aan de andere kant van de poortjes en liepen we naar de fantastische ouders die ons kwamen ophalen. Speciale credits naar Albert, omdat hij ons kwam ophalen ondanks dat Esther in de bus zat! Ook speciale credits naar Diana, omdat zij voor ons allemaal gevulde koeken had meegebracht! Rond 11 uur waren we weer in Leerdam terug en ging iedereen thuis genieten van een overheerlijke douche (waarbij niet nog eens zes personen na je moeten douchen binnen een half uur tijd) en een powernap.

Terwijl de oogjes van team trein langzaam dicht konden gaan, waren die van team bus wijd open. Na een goede nachtrust en een lekker ontbijt vervolgde ook het busje zijn weg terug naar huis, opnieuw bloemrijk vastgelegd door onze correspondent Jorn.

Het vaderland riep. William begon weer als chauffeur en reed behendig Regensburg uit. Daarna werden we geconfronteerd met de ellende die de Duitse autobahn op een zwarte zaterdag kan zijn. Stau was de druppel die Williams figuurlijke emmer deed overlopen, een emmer die blijkbaar met iedere rembeweging kleiner werd. Hij was dan ook als een kind zo blij toen hij eindelijk het stuur weer aan mij kon overgeven en samen met David ‘Prince Caspian’ mocht gaan kijken. Op een paar irritaties na verliep mijn reis dit keer soepel. Ik liet de motor maar één keer afslaan, dus ik ben trots op mij. Ik reed ons tot voorbij het Ruhrgebeid en na een tweede, korte sanitaire stop mocht eindelijk onze derde chauffeur in actie komen. Voor het eerst deze werkvakantie klom een vrouw achter het stuur.

Tegen het einde van de middag kreeg team trein het bericht dat ook de bus met onze kanjers de Nederlandse grens gepasseerd was en bijna in Leerdam zou aankomen. Daarom verzamelden we met de hele groep reizigers en ouders (min Matthijn) bij fam. Puper om de bus op te wachten. Na een busrit van ruim 1700 km reed stoere chauffeur Esther de dikke Mercedes het erf op en waren we als groep weer herenigd. En zo kwam er een einde aan ons onvergetelijke Roemeense avontuur!

Quote 500 (lekker veel quotes deze keer, dankzij de lange treinreis):

Marije: ‘Hoe is de wc?’ Natalie: ‘Je plast in een plas met plas…’

‘Deze trein stopt op zulke aftandse stationnetjes dat het bijna hetzelfde is alsof de Thalys in Leerdam stopt’ – Miriam

‘Je kan veel zeggen over deze stationnetjes, maar ze hebben wel allemaal een toiletgebouw en een mannetje’ – Matthijn

‘Zelfs mijn telefoon kan geen Nederlands meer’ – Marije

‘Het voelde alsof ik 2 uur sliep, maar het bleek 5 minuten’ – Benjamin

‘Even mijn tentakel binnenhalen’ – Marieke (over haar arm in het gangpad)

‘Dat komt omdat er mensen staan die niet zitten’ – Nicole (over waarom het zo druk is in de trein)

‘Heb je deze gare douches al gezien??? Oh nee, wacht, het is een rookmelder’ – Matthijn

‘Ah kijk, uit elke porie van mijn tas komen mondkapjes zetten’ – Femke (kleine toelichting: zij had voor iedereen mondkapjes meegenomen voor het geval we deze in de trein op zouden moeten zetten)

Maar ook na deze heerlijke quotes is dit niet het echte einde van alle leuke verhalen die wij te delen hebben over de fantastische werkvakantie die we met zijn allen beleefd hebben. Het kinderkampteam maakt namelijk nog een extra blog: een heuse kinderkampspecial, met daarin alle mooie verhalen die we door de drukte tijdens het kamp vergeten zijn om te vermelden! Deze komt online op 9 augustus.

Dit is dan wel echt het einde van deze blog. Wij willen u namens de hele groep ontzettend bedanken voor uw medeleven en betrokkenheid tijdens alle voorbereidingen en voornamelijk tijdens deze twee weken! Wij hebben heel erg genoten van al jullie lieve en bemoedigende reacties!

Groetjes,

Sijmen en Femke (voor het verslag uit de trein), Jorn (voor het verslag vanuit de bus) en Desiree (voor het samenvoegen van beide verslagen)